zondag 17 juli 2011

De gemiddelde Nederlandse gemeente heeft voor honderd miljoen euro aan vastgoed in bezit

De gemiddelde Nederlandse gemeente heeft voor honderd miljoen euro aan vastgoed in het bezit. En weet niet wat ermee te doen.

Vorig jaar nog verscheen een publicatie van Gemeente.nu, de kennisbank voor gemeenten, waarin werd becijferd dat gemeenten gezamenlijk een voordeel van vier miljard euro kunnen boeken door hun vastgoedbeleid te centraliseren en te professionaliseren. In veel gemeenten ontbreekt een stevige visie op de aan- en verkoop van grond en gebouwen. Alsof het de Kolonisten van Catan betreft, is er in de loop der jaren vaak een tamelijk willekeurige vastgoedportefeuille ontstaan. Soms kocht de gemeente een pand met het doel er later iets nieuws neer te kunnen zetten, soms met het idee er een gemeentelijke dienst in te vestigen, soms was een aankoop strategisch. In het beste geval worden gemeentelijke panden goed gebruikt en onderhouden. In veel gevallen ook staan panden leeg en is er geen geld om ze te onderhouden – vooral dat laatste is vaak een probleem. Overheid en vastgoed, het lijkt maar slecht samen te gaan.

Verwaarloosd
Of leek, want de laatste jaren is een kentering waar te nemen. In verschillende Nederlandse gemeenten wordt momenteel serieus werk gemaakt van een coherent vastgoedbeleid. In Den Helder, Enschede en Dordrecht bijvoorbeeld, en in Leiden.
Medewerkers van de Afdeling Vastgoed van de gemeente Leiden grapten in het verleden wel eens: ‘Als je een verwaarloosd pand ziet staan, dan is het van de gemeente.’ Het feit dat er verspreid over de stad honderden panden eigendom van de gemeente waren, maar dat de gemeente daar zelf geen goed overzicht van had, werd hen steeds meer een doorn in het oog. De afgelopen jaren is daarom een geheel nieuwe aanpak ontwikkeld. Het devies luidt nu: overtollig vastgoed gaat eruit. Dat betekent dat de gemeente haar panden stukje bij beetje op de markt brengt. Vaak vervallen, dat wel, maar niet zelden gaat het om monumentale panden. Echte juweeltjes. Voor een marktconforme prijs kun je dan zomaar eigenaar worden van een historisch pand met een loei van een tuin in de Leidse binnenstad, of een watertoren – zoals vorig jaar gebeurde. De opbrengst wordt gebruikt voor het onderhoud van de panden die nog wél in het bezit van de gemeente blijven.
De gemeente Leiden is ervan overtuigd dat de stad, met de nieuwe aanpak van afstoten en opknappen waar mogelijk, mooier kan worden. Temeer omdat zij probeert te verkopen met een opdracht. Dat wil zeggen dat de gemeente in sommige gevallen vooraf bepaalt of een pand een horecabestemming krijgt, of een andere wenselijke invulling.

De onafhankelijke makelaars die in opdracht van de gemeente werken, merken dat er veel animo is voor de panden. Eén van hen zag op een bezichtigingsmiddag vijftig geïnteresseerden voorbijkomen. Dat zijn enorme aantallen in tijden waarin sommige huizeneigenaars een jaar moeten wachten op de eerste bezichtiging. De gemeentelijke panden zijn onder een klein groepje insiders al een waar fenomeen aan het worden. En het mooiste is, zo stellen alle betrokken partijen tevreden vast: de verkochte panden krijgen hiermee écht een nieuwe kans. Waren ze nog tien jaar langer in het bezit van de gemeente gebleven, dan hadden ze waarschijnlijk afgebroken moeten worden.

Geen opmerkingen: